Spreek je de naam van de Akelei snel uit, dan klinkt het net als ´akelig´. Maar deze bloemsoort is verre van vervelend om te verwelkomen in je huis of tuin. Zodra de Akelei zich namelijk genesteld heeft in je tuin, zal hij niet zo snel meer verdwijnen. De bloem wordt ook weleens vergeleken met een nomade, omdat hij telkens op een andere plek in de achtertuin opdoemt.
De naam Akelei is een Nederlandse vertakking van zijn Latijnse naam Aquilegia. Vermoedelijk is deze naam afgeleid van het woord ‘aquilegus’, dat ook wel ‘water aantrekkend’ betekent. De plant behoort toe aan de ranonkelfamilie, waartoe ook 120 andere broertjes en zusjes behoren. Wil je meer weten over deze bloem? De Akelei wordt van top tot teen besproken op deze pagina door de Regiobloemist, dus ga er maar even goed voor zitten.
De Akelei heeft een bijzonder vrolijk voorkomen. Met zijn brede diversiteit aan kleuren misstaat de bloem in geen enkele tuin. In sommige gevallen zijn de bladeren van de Akelei paars, maar soms zijn ze ook lila, rood of roze. Door zijn schoonheid kan de bloem de nodige aantrekkingskracht hebben op kinderen en dieren, maar voorzichtigheid is hier wel bij geboden. De bloem kan namelijk licht-giftig zijn. Deze toxische werking heeft de bloem te danken aan de presentie van blauwzuur, een stofje dat is opgenomen in zaden.
Om precies te weten wanneer de Akelei voor het eerst de kop opstak, moeten we 10.000 à 40.000 jaar terug in de tijd. Destijds lag er nog geen stuk oceaan tussen het meest oostelijke puntje van Azië en het meest westelijke gedeelte van Alaska, maar was er een soort ‘landbrug’ waarneembaar. Deze landsbrug is in de volksmond ook wel bekend onder de noemer ‘Bering land bridge’. Vermoedelijk heeft deze natuurlijke brug ervoor gezorgd dat de Akelei de oversteek kon maken van het Aziatische naar het Noord-Amerikaanse continent.
De oorsprong van de Akelei is niet per definitie gelinkt aan een land, zoals het geval is bij veel andere bloemen en planten. Bij deze bloem moeten we de oorsprong meer zoeken in het leefgebied. De bloem werd voor het eerst in berg- en heuvelachtige gebieden gevonden. Wandelingen door de Alpen zullen je dan ook meenemen langs vele varianten van de Akelei en ook in bepaalde gedeeltes van Limburg, ons meest heuvelachtige gedeelte, is de bloem in het wild zichtbaar.
Doordat bloemen en planten al sinds jaar en dag onder ons zijn en symboliek vroeger een grotere rol van betekenis speelde dan nu het geval is, hebben we vaak de gewoonte om terug te grijpen op de betekenissen die in het verleden werden toegekend aan de bloem in kwestie. Om maar gelijk met de deur in huis te vallen: er zijn genoeg bloemen die een wat vrolijkere betekenis hebben dan de Akelei. De Akelei wordt namelijk toegepast op graven, als een blijk van steun voor het lijden van Christus. Nederigheid is een ander woord dat men gebruikt voor de omschrijving van de betekenis.
Als er iets is waar je de Akelei aan kunt herkennen, dan zijn het wel de knikkebollende bloemen. De bloemen hangen vaak als een soort ‘druppel’ aan het uiteinde van de steel, waarbij het net lijkt alsof ze op het punt staan om naar beneden te vallen. De bloemen zijn doorgaans 3 tot 5 centimeter groot en paars is verreweg de meest voorkomende kleur van de Akelei. Tevens is de Akelei voorzien van gepunte kroonbladeren.
Bij onze introductie op deze plant, maakte de Regiobloemist al even duidelijk dat de bloem geen al te lastig karakter heeft. Hij is dan ook maar weinig hulpbehoevend en erg autonoom. Om de bloem toch enigszins op weg te helpen, doe je de Akelei een groot plezier door de bodem te bedekken met bladeren en takjes. Deze kunnen dan een soort beschermlaag vormen. Voeg er bij voorkeur wat plantengrond aan toe. Zorg er daarnaast voor dat je wat gaatjes maakt in de bodem, zodat de Akelei kan ‘ademen’.
Zet je de soorten van de Akelei op een rijtje, dan zal je al gauw opmerken hoeveel potsierlijke namen zijn opgenomen in het overzicht. De Akelei Black Barlow heeft een mooie donkere kleur, terwijl de Akelei Atrata wat roder van kleur is. De Akelei Vulgaris draagt het maagdelijke wit en geel voert de boventoon bij de Akelei Chrysantha. Dit zijn slechts een handjevol voorbeelden uit de hele waslijst aan soorten.
De Akelei is zo’n typische bloem die het niet kan schelen of hij een plekje krijgt in de tuin of gebruikt wordt als snijbloem. Dit heeft deels te maken met de stevigheid van de stengel. Trakteer je de bloem op een klein laagje water, dan kun je voor een langere periode van de bloem blijven genieten. Je kunt er ook voor kiezen om de afgebroken stukken te verwerken in een stuk.
De aanvang van de bloeitijd van de Akelei, ligt zo rond het begin van april en eindigt rond juli. Het leuke aan de Akelei is dat het vaak niet bij één bloeiperiode blijft. Met een beetje mazzel, kun je namelijk 3 of 4 bloeiperiodes doormaken met de bloem.
Of je nu voor een standplaats in de volle zon of halschaduw: het zal de Akelei om het even zijn. Door zijn winterharde karakter, stelt de Akelei niet al te hoge eisen aan zijn toevluchtsoord. Hierdoor kun je het niet zo snel fout doen bij deze bloem.
Hoewel de Akelei er zelf al een handje van heeft om op verschillende plekken op te duiken, kun je er ook voor kiezen om de plant zelf te planten. Indien je dit overweegt, raden we je aan om het aantal per vierkante meter te beperken tot 7 stuks. Door dit aantal aan te houden, heb je de grootste kans op succes.
Het snoeien van de Akelei is bevorderlijk voor de volgende bloeiperiode. Je doet er dan ook goed aan om de dode bloempjes na de laatste bloeitijd in juni te verwijderen. Daarnaast kun je de bladeren tot aan de grond afknippen; de bladeren die dood zijn, verwijder je vlak voor de bloeitijd.
Zaaien is verreweg de meest eenvoudige manier om te vermeerderen. De warmere maanden van het jaar (mei t/m augustus) lenen zich hier het beste voor. Verwacht niet direct dat er nieuwe varianten van de Akelei zullen opduiken, want dit is iets te kortdag. Het jaar erop heb je een vergrote kans dat dit wel zal plaatsvinden.
Stekken is niet bepaald gangbaar bij de Akelei. Dit komt door het vermenigvuldigende karakter van de Akelei. Zodra je de Akelei namelijk in je tuin hebt staan, zal de bloem er vanzelf voor zorgen dat hij het jaar erop op andere plekken waarneembaar zal zijn. Hierdoor hoef jij je niet in allerlei bochten te wringen en komt de schoonheid vanzelf.
Het drogen van de Akelei gebeurt wel, maar niet met als doel om de plant als droogbloem te gebruiken. De reden dat sommigen ervoor kiezen om de bloem te drogen, is omdat ze het blauwzuur willen verwijderen. Deze handeling zorgt ervoor dat de bloem minder giftig wordt.
Veredeling komt ook bij de Akelei voor. Kwekerijen hebben er door de jaren heen tal van experimenten op losgelaten, wat inmiddels geresulteerd heeft van een waslijst van ruim 120 soorten van de Akelei.
Eerder vertelden we je al dat je bij goede verzorging meerdere bloeiperiodes kunt doormaken met de Akelei. Om dit te bewerkstelligen, raadt de Regiobloemist je aan om direct na de bloeiperiode de stengels te verwijderen. Waak er wel voor dat je de stengels weghaalt die nog zaden bevatten, want deze zijn juist bevorderlijk voor het verdere leven van de bloem.
Naast ‘Akelei’ en ‘Aquilegia’ wordt de bloem in Nederland ook wel ‘grootmoeders hoedje’ genoemd. Dit heeft te maken met de manier hoe de toppen van de bladeren eruitzien.
Naast ‘Akelei’ en ‘Aquilegia’ wordt de bloem in Nederland ook wel ‘grootmoeders hoedje’ genoemd. Dit heeft te maken met de manier hoe de toppen van de bladeren eruitzien.
Als de Akelei goed doorgroeit, kan de plant in sommige gevallen wel 45 tot 60 centimeter hoog worden.
Helaas kan het voorkomen dat er ineens witte lijnen zichtbaar worden op de Akelei. Dit is meestal het werk van de mineervlieg, die dan eitjes legt. Gelukkig is dit niet schadelijk voor de bloem en zal de plant er niet aan onderdoor gaan.