De Rhododendron is zo’n typische bloem, die een tongbreker als naam heeft. Met namen als Rhoddendron impeditum, Rhododendron Catawbiense en Rhododendron yakushimanum, zijn de subsoorten van deze bloem niet bepaald gemakkelijker. Wat dat betreft is de naam een equivalent voor het karakter van de bloem, want de Rhododendron is redelijk veeleisend als het aankomt op de verzorging.
Ze vinden het namelijk belangrijk om de nodige aandacht te krijgen. Standplaats, genoeg gezelschap en een goede bodem: het is slechts een greep uit het lijstje aan eisen die de Rhododendron met zich meedraagt. Gelukkig krijg je er veel voor terug, want in de bloeifase kun je niet meer om de schoonheid van deze bloem heen.
700 soorten. Laat eens op je inwerken dat er zoveel varianten op de markt verkrijgbaar zijn van de Rhododendron. Een behoorlijk aantal! De bloem kent zijn oorsprong in Azië en is doorgaans voorzien van 5, 10 of 27 meeldraden. De Rhododendron wordt in Nederland ook wel eens zonder ‘h’ geschreven en vormt een mooi koppel met bloemen als narcissen en lelies. De Rhododendron is erg gevoelig voor een te grote hoeveelheid zon, maar gedijt evenmin goed bij een tekort hieraan. Het is daarom een uitdaging om op zoek te gaan naar de goede balans.
Duiken we de geschiedenisboeken van de Rhododendron in, dan moeten we ver terugbladeren om op de beginpagina van de bloem te komen. Vermoedelijk bestaat het gewas namelijk al ruim 2000 jaar, waardoor de Rhododendron al geruime tijd onder ons is. Destijds werden de bloemen nog in planten gehouden en wel door Chinezen, de inwoners van één van de landen van herkomst. Als we de verhalen mogen geloven, werd de Rhododendron voor het eerst aan het einde van de 17e eeuw geïmporteerd door Europeanen. Dat betekende direct het moment van omslag, want vanaf dat moment ging de Rhododendron door het leven als tuinplant.
Oorspronkelijk komt de Rhododendron uit Azië. De bloem komt veelvuldig voor in China, Myanmar en Korea, maar is in het wild eveneens zichtbaar in Nepal, Japan en Thailand. In China moet je overigens wel goed zoeken, want daar komt de bloem hoofdzakelijk voor in de provincies Sichuan en Yunnan. De reden dat de bloem hier voornamelijk groeit, heeft te maken met het vochtige klimaat. De Rhododendron vindt het namelijk prettig om voldoende water toegediend te krijgen en met de vele regenval in deze gebieden, hoeft de plant daar niet over te piekeren.
Zoals eerder vermeld, is de Rhododendron niet bepaald een bloem die je cadeau doet aan iemand. Desalniettemin staat de Rhododendron wel degelijk symbool voor het één, al is dat niet de meest gezellige van allemaal. Het gewas wordt door velen ook wel gezien als een symbool voor gevaar. Dit komt omdat de troepen van Alexander de Grote duizenden jaren geleden vermoedelijk bezweken aan de plant.
De Rhododendron is te herkennen aan de grote hoeveelheid bloemen die het gewas heeft. Deze groeien dicht op elkaar, waardoor er een prachtig geheel ontstaat. De bloemen zijn pluimvormig en de stempel en stamper hebben een gele kleur. De Rhododendron wordt meestal aan de zijkant van een park of tuin geplant en kunnen wel 2 meter hoog worden.
Om een optimale verzorging van de Rhododendron na te streven, dien je het gewas altijd een licht vochtige ondergrond te verschaffen. Zelfs in de winter, als er soms toch wel eens een buitje wil vallen, dien je regelmatig de gieter ter hand te nemen. Zie je dat er gele bladeren beginnen te ontstaan? Dan heb je voor de verkeerde hoeveelheid water gekozen. Een overload aan kalk is evenmin goed voor de bloem. Dien daarom eens per jaar wat speciale mest toe.
Vermoedelijk zijn er inmiddels wel 700 soorten op de markt verkrijgbaar van de Rhododendron, maar er zijn ook mensen die beweren dat het er inmiddels wel 1000 zijn. Als je in het tuincentrum staat, hoef je er dus niet over te peinzen of je buurman dezelfde variant in zijn tuin heeft als jij.
De Rhododendron wordt hoofdzakelijk toegepast als tuinplant, maar heeft met de Azalea ook een ‘broertje’ die regelmatig in de woonkamer prijkt. Hoewel het officieel geen echte Rhododendron is, misstaat deze bloem niet in combinatie met gerbera’s, santini’s, en bouvardia’s.
De bloeiperiode van de Rhododendron valt relatief vroeg in het jaar, namelijk al in het begin van april. Deze houdt ongeveer op aan het einde van juni. Eventueel kun je de uitgebloeide bloemen verwijderen.
Zou de Rhododendron een voorkeurslijstje mogen doorgeven aan jou als eigenaar, dan zou hij een plekje in de halfschaduw ambiëren. Als je dus een tuin op het zuiden hebt, is de Rhododendron misschien niet de meest geschikte optie. Vaak geldt: hoe kleiner de bladeren, des te beter de bloem zon kan verdragen.
Bij de Rhododendron ontbreekt de absolute noodzaak om het gewas te snoeien, maar het behoort zeker tot de mogelijkheden. Houd er wel rekening mee dat je dan automatisch wat bloemen moet wegknippen. Doe dit bij voorkeur direct na de bloeiperiode, zodat het gewas voldoende tijd heeft om te herstellen. Kijk er evenmin raar van op als er op de plek waar je gesnoeid hebt het volgende seizoen geen vorm van bloei zichtbaar is. In dat geval heeft de Rhododendron wat langer de tijd nodig.
Wil je meerdere Rhododendrons doen ontstaan? Overweeg dan om de zaden van een bestaande plant te verwijderen en deze te wikkelen in een krant die je uit hebt gelezen. Na een droogperiode van enkele maanden, kun je de zaadjes opnieuw planten in een bak die gevuld is met turfmolm. Bespuit de zaadjes regelmatig met wat water en na een fase van groei, geef je ze een aparte pot. Naarmate ze groeien in omvang, verschaf je de bloemetjes in wording een nieuwe pot.
Van alle vermeerderingsmethodes, is stekken toch wel de meest efficiënte van allemaal. Hiervoor kun je het beste de bladeren van de Rhododendron doormidden te scheuren. Door deze aanpak te kiezen, krijgt het gewas geen kans om al te veel vocht te verliezen. Heb je kruidachtige stekken in plaats van kleinbladige? Kies dan voor een zijscheut.
Er zijn tal van bloemen uit het bloemencorso op te noemen, die uit de grond getrokken worden met als doel om deze om te toveren tot een droogbloem. De Rhododendron mag zich niet tot deze bloemen rekenen, aangezien er niet bepaald iets toonbaars voortkomt uit een droogperiode.
In zijn natuurlijke habitat is het wel van belang dat de bladeren tijdig opdrogen na een regenbui. Gebeurt dit namelijk niet, dan kunnen de bladeren als het ware ‘verbranden’ als de zon erop komt te staan.
In de beginfase van de Rhododendron, waren er ‘slechts’ 12 soorten bekend. Inmiddels is dit summiere aantal uitgegroeid tot maar liefst 700 soorten, mede dankzij veredeling dus. In het begin was het geen gemakkelijke opdracht voor veredelaars om nieuwe soorten van de Rhododendron te ontwikkelen. Dit had te maken met verschillende redenen. Allereerst duurde het relatief lang alvorens plantjes tot bloei kwamen, was de kans van slagen niet al te groot en namen de planten veel ruimte in beslag qua vierkante meters. Tegenwoordig vormen deze redenen geen struikelblok meer voor kwekers, want regelmatig verschijnen er nieuwe soorten op de markt.
Bij de Rhododendron hoef je maar weinig werk te verzetten om ook na de winterperiode te kunnen genieten van de bloem. Het gewas is namelijk meer dan winterhard, waardoor het niet zo snel van de leg raakt van een nachtje vriezen, wat dagen ijs of een ochtend vol sneeuwval. Het kan wel voorkomen dat de bladeren omkrullen of dat er een aantal van afvallen tijdens de koudere periodes, maar dat is geen reden om te panikeren. Ben je een ‘control freak’ en wil je er zeker van zijn dat je Rhododendron geen schade oploopt? Leg dan een fleece deken over het gewas heen.
De Rhododendron is niet echt een bloem die veelvuldig voorkomt in boeketten. Dit komt omdat het meer als struik dan als bloem gezien wordt. Zou je het geheel aan gewassen in je tuin of een park als een boeket zien, dan kun je de bloem mooi combineren met heide, pieris, skimmia, bergthee (Gaultheria) of planten met rode bessen.
Er zijn een aantal ziektes en plagen waar de Rhododendron erg gevoelig voor is. Luizen zijn niet zeldzaam bij de bloem, maar ook cicaden kunnen de kop opsteken als je pech hebt. Daarnaast duikt de lapsnuitkever soms op om van de bladeren te eten. Je kunt deze ‘indringers’ het beste tegengaan met bestrijdingsmiddelen.
Je kunt deze handeling het beste zo’n 3 tot 4 weken na het planten verrichten. Dan heeft de Rhododendron er namelijk het meeste profijt van.
Veel mensen zijn geneigd om een bloem of plant van boven te bevochtigen, maar bij deze bloem is dat niet de beste manier. Als de Rododendron niet opdroogt, kan er schimmelvorming optreden. Daarom doe je er beter aan om het water direct op de ‘aarde’ te gieten.